|
||||||||
Donder, In Een Discotheek, Warm Bad, SCHNTZL, Easy Pieces, Thunderblender, The Orange Moon, De Koffie van Morgen, The Sound People Project, Teletext, WOOLVS, Wannes Cornelis Kwintet, WHexp, Boter Omega 6….het zijn allemaal projecten waarin je (leden van) het Schaarbeekse viertal Bombataz kunt aantreffen, als ze al niet in een theaterzaal de soundtrack bij “Sylvia zitten te spelen met An Pierlé. Let wel: de lijst hierboven is even onvolledig als indrukwekkend en het eerst wat een mens van mijn leeftijd doet, als hij die opsomming onder ogen krijgt, is flink met de ogen knipperen en een antwoord zoeken op de vraag hoeveel levens Vitja Pauwels, Hendrik Lasure, Ruben De Maesschalck en Casper Van De Velde eigenlijk hebben. OK, ze wonen alle vier in hetzelfde huis, wat wellicht op verplaatsingstijd bespaart, maar dan nog….ik blijf het ongelooflijk vinden. Dit bij wijze van voorafbeschouwing, want ik zou het hebben over de eersteling van Bombataz -wat de naam betekent, weet ik niet-, een ep’tje van 18 minuten, met de wél nogal begrijpelijke titel “Kapao!”, een kreet die in strips steevast met veel uitroeptekens gepaard gaat en zoveel betekent als “een klets op je smoel”. Vijf nummers staan er op deze EP, al is de eerste ervan, toepasselijk “;-)” getiteld, eigenlijk niet meer dan een wat kitscherige klankencollage, die alleen tot doel heeft je aandacht te trekken voor wat komt. En dat is niet mis:”Sal Type” is toepasselijk van een Vlaamse tekst voorzien, die je pas na enige moeite -de stem van Vitja is vakkundig door de elektronische mangel gehaald- kunt ontcijferen. “Frankenstein” is een donkere, bas-gedreven Engelse nonsens-tekst, omzwachteld door zwierige toetsen en messcherpe gitaaruithalen. “Belly Button” begint met de klant van een pingpongballetje, vakkundig door de drums-intro gemixt, waarna een net-niet-Giorgio Moroder synth de werkzaamheden overneemt en geleidelijk opschuift richting Daft Punk. Afsluiter “Rodeo” wordt in een schattige mix van Spaans en Italiaans gedebiteerd, met alweer een stem, die vervormd wordt en gebruikt wordt als een “gewoon” instrument. Dàt zijn de ingrediënten, waarmee het viertal een nogal onweerstaanbare cocktail van kitsch, jazz, funk en elektropop brouwt die, zo mocht ik zelf ondervinden, net zoals een goeie strip, aanslaat bij luisteraars van 7 tot 77 jaar. Eén bemerking nochtans: voor mij mocht het wat meer zijn, qua duur dan, al ga ik er altijd van uit dat een band beter een goeie ep kan uitbrengen dan een matige Full CD. De klasse die uit dit mini’tje blijkt had, zo denk ik toch, tot een heel goeie CD kunnen leiden. Maar: geen nood: ik wacht wel op part II ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||